Met pocketmetingen, röntgenfotos en een klinisch onderzoek.
De diagnose van parodontitis begint met een grondig mondonderzoek door de tandarts of parodontoloog. Er wordt gekeken naar tekenen van ontsteking, zoals roodheid en zwelling van het tandvlees. Een belangrijk onderdeel van het onderzoek is de pocketmeting. Hierbij wordt de diepte gemeten tussen het tandvlees en de tand. Diepe pockets wijzen op verlies van steunweefsel en mogelijke botafbraak. Daarnaast worden vaak röntgenfotos gemaakt om de situatie van het kaakbot in beeld te brengen. De combinatie van klinisch onderzoek en beeldvorming geeft een volledig beeld. Op basis van deze gegevens wordt een diagnose gesteld en de ernst ingeschat. Vervolgens wordt een behandelplan opgesteld, afgestemd op de patiënt. Vroege detectie verhoogt de kans op succesvolle behandeling aanzienlijk.