Roken verhoogt het risico op peri-implantitis door verminderde genezing en bacteriële ophoping.
Na het plaatsen van een implantaat kan roken het risico op peri-implantitis aanzienlijk vergroten. Nicotine en teer verminderen de bloedtoevoer naar het kaakbot, wat de osseointegratie belemmert. Rokers hebben een grotere kans op tandvleesontstekingen rondom implantaten, wat kan leiden tot botverlies. De verminderde afweer maakt het moeilijker om bacteriële infecties effectief te bestrijden. Als peri-implantitis optreedt, kan het implantaat losraken door afbraak van ondersteunend bot. Stoppen met roken vóór de implantaatplaatsing verkleint het risico op complicaties aanzienlijk. Zelfs na succesvolle plaatsing blijft de kans op ontsteking hoger bij blijvende rookgewoonten. De parodontoloog kan adviseren over rookstopprogramma's om de implantaatprognose te verbeteren. Patiënten die roken, moeten extra alert zijn op symptomen zoals bloeding en zwelling rond het implantaat. Het vermijden van roken is een belangrijke stap voor duurzaam succes van implantaatbehandelingen.